Het KM Jaarboek 1968
In het Jaarboek van de Koninklijke Marine 1968 onder de rubriek reisverslagen staat vermeld:
“Smaldeel 5, 27 augustus – 3 oktober 1968; Op de hondewacht van 20 september brak op Hr.Ms. Isaac Sweers een brand uit, waardoor het schip, geëscorteerd door Hr.Ms. Noord Brabant, Plymouth moest aandoen en niet meer aan Silver Tower kon deelnemen.” |
De nacht van 19 / 20 september 1968.
(herziene versie)
(herziene versie)
Deze ervaring ben ik op papier gaan zetten na het lezen van “de Nacht “ aan boord van Hr.Ms Isaac Sweers geschreven door Wemnt 1e klas Leonardo van Tijn, helaas is Leonardo op 9 juni 2010 overleden.
Het gaat vaak over kleine dingen waarvan de gevolgen groot kunnen zijn, doch ach….. in die tijd lag men daar gevoelsmatig bij de Marine niet zo wakker van.
Dit verhaal vertellend aan mijn kinderen en kleinkinderen, zei ik wel eens :
“velen hebben deze nacht een blijk van waardering verdiend “, maar die zijn uitgebleven !
Ik was de bewuste nacht van 19 op 20 september 1968 net te kooi, na de wacht te hebben gelopen op de brug, en even een slaapmutsje genuttigd te hebben in het KPL.verblijf, of ik werd al weer geroepen door iemand van de wachtsdivisie met de dringende mededeling me direct op de brug te melden bij “onze ouwe“ KLTZ J.B.Genet.
Een en ander diende in alle rust te geschieden want er was brand aan boord en we konden ons absoluut geen panieksituatie veroorloven.
Het grootse deel van de bemanning sliep op dat moment, althans normaliter, doch er waren best nog wat mannen die de slaap niet konden vatten vanwege het slechte weer daar we in een behoorlijke storm zaten.
Ik had mijn tampatje (bed) in het OB verblijf net voor de schacht van onze 4½ inch geschutstoren, onder aan de trap in het bovenste bed.
Ik was toen jong Kwartiermeester en in deze functie was dit ook mijn eerste plaatsing.
Tevens was ik 1e havenroerganger aan boord, wat inhield dat zodra er nauwkeurig moest worden gestuurd, ik achter het roer moest.
Op de brug aangekomen, ben ik in het kort bijgepraat door de commandant en de off.van de wacht LTZ 2 JC De Wit en begreep op dat moment, dat dit een uiterst serieuze aangelegenheid was, en ik als een speer naar beneden het stuurhuis in.
In de whalegang en het halletje van het stuurhuis wat zich boven de omvormerruimte bevond was het al een drukte van jewelste, veel brandslangen en ander blusmateriaal her en der verspreid, maar ik moest mij een weg zien te banen zonder dat ik de blusploeg in de weg liep want ik moest het roer overnemen.
https://dewitteolifant.weebly.com/
Dankzij de FB pagina c.f. de link hierboven heb ik ook de naam van mijn 2e havenroerganger
teruggevonden, want die was ik kwijt, n.l. Matr. der 1e klasse Boeren. Deze erbarmelijke nacht hebben wij dan ook samen doorgemaakt.
Wij hadden in het stuurhuis dan ook maar één opdracht…….
DE KOP VAN HET SCHIP ZO ZORGVULDIG MOGELIJK OP DE GOLVEN HOUDEN, ZODAT ONZE COLLEGA’S HUN WERK NAAR BEHOREN KONDEN UITVOEREN, TENEINDE DE BRAND ONDER CONTROLE TE KRIJGEN.
Tijdens het verloop van de nacht ben ik regelmatig op de hoogte gehouden via de intercom , en later de spreekbuis daar we zonder spanning kwamen te zitten, en kreeg steeds meer het gevoel dat alles erger werd dan dat ik voor mogelijk heb gehouden.
Na geruime tijd ... kon ik het achter het roer nauwelijks meer uithouden, daar wij niet meer fatsoenlijk kon ademen van de warmte en de rookontwikkeling die in het stuurhuis optrad.
De linoleum tegels op de vloer begonnen al los te geraken door de hitte onder ons, maar onze grootste zorg was echter de rookontwikkeling die via de kieren bij ons binnendrong.
De toegang tot het stuurhuis was voorzien van een aluminium deur met een rooster
Wat er daar achter de deur zich afspeelde hadden we geen notie meer van, maar zoals het later liet aanzien was dat ook geen prettig aangezicht.
Boeren en ik hadden inmiddels al onze T-shirts opgeofferd en aan flarden gescheurd, alsmede onze Antiflash handschoenen en hoofdkap teneinde deze te gebruiken als stopmateriaal om de kieren zo veel mogelijk te dichten.
Na een geruime periode was het zo ondraaglijk geworden dat ik de brug heb verzocht over te gaan op noodsturen, daar wij het niet veel langer konden volhouden.
Er is toen besloten dit verzoek over te nemen en inderdaad over te gaan op noodsturen, doch dit was voor zeer korte tijd, daar dat qua zuiverheid van sturen een fiasco is, daar je niet adequaat kan reageren op de scheepsbewegingen enz.
(reageren op de scheepsbewegingen was dan ook een kwestie van gevoel, een goede roerganger voelde daadwerkelijk aan de bewegingen van het schip wat te doen om de volgende beweging op te vangen)
Het slingeren en stampen nam enorm toe, de Witte Olifant was aan dweilen op de grote oceaan…. We werden dan ook al snel en nadrukkelijk door de brug verzocht het roer weer over te pikken en moesten trachten het zo lang mogelijk vol te houden, daar dit van cruciaal belang was.
Zo gezegd, zo gedaan, met van mijn kant direct de kreet er achter aan “zuig potdome die rook dan wat af “,(het zal wel ver…omme zijn geweest), er is toch wel een stofzuiger voorhanden die via de spreekbuis wat rook kan afzuigen? (het was maar een loze kreet denk ik) maar ondanks de ernstige situatie kon er nog een lolletje vanaf of was het misschien een kreet uit angst, ik hou het maar op beiden maar hoe dan ook dit is wel uitgevoerd, doch het resultaat werkte juist averechts, daar ik daar mee meer rook het stuurhuis in kreeg en niet dat de rook daardoor afnam. De spreekbuis was dan ook daar diep in het benedenschip de enige open verbinding met de buitenwereld.
Al spoedig riep ik naar de brug niet af te zuigen, maar de stofzuiger te laten blazen door de slang aan de achterzijde te bevestigen….. Ik heb ooit nog wel iets geleerd bij de Marine
(zal wel bij de NBCD zijn geweest) en wist dat als je overdruk kon realiseren hoe gering ook, je de verdere rook ontwikkeling tegen kon houden, alhoewel ik daar niet echt in geloofde dat je dat kon bereiken met een stofzuiger, maar niet geschoten is altijd mis.
Het resultaat was er echter wel, en dankzij de stofzuiger hebben we het nog geruime tijd vol kunnen houden, teneinde het schip zo fatsoenlijk mogelijk met de kop op de golven te houden en zodoende de bemanning en met name de blusploeg hun werkzaamheden zo goed en zo kwaad als kon uit te laten voeren.
Later heb ik vernomen dat blussen niet meer tot de optie’s behoorde, dus is de gehele boel onder water gezet. De risico’s die wij deze nacht hebben gelopen waren voor ons niet te overzien en ik realiseer me des te meer dat door de zorg van de rookproblematiek ons eigenlijk niet heeft doen beseffen dat we op een tijdbom zaten.
Later hoorde ik inderdaad dat het onderwater zetten niet veel langer had moeten duren, daar de ruimte waar de brand woede grensde aan de dieselolie en kerosine tank en wij hoogstwaarschijnlijk enkele minuten later waren gaan hemelen.
Dat de gehele bemanning klaar stond voor verlaatrol hebben wij in het stuurhuis geen weet van gehad, of het eigenlijk niet hebben beseft, en dat is maar goed ook.
Inmiddels, las ik in het verslag van Leonardo stond de gehele bemanning al aan dek, klaar voor verlaatrol, ook dit is niet bij ons binnen gekomen?....
Ik was dolgelukkig dat wij uit deze hachelijke situatie zijn gekomen. Mijn vrouw was buiten de stad tijdens dit gebeuren en heeft dat allemaal niet meegekregen, tot de buren haar hebben gebeld dat er brand was geweest op de Isaac Sweers.
Er heeft een heel klein stukje van twee regels in de “Helderse Courant“ gestaan en verder niets. Van de Koninklijke Marine ?..... is niets vernomen, de achterban is totaal niet op de hoogte gebracht!, en de bemanning ??? Behoudens een dank je wel van onze ouwe was er van de marine NADA NIENTE reactie!
Ik wil wel benadrukken in mijn relaas dat het adequate handelen van de gehele bemanning gedurende deze reis in mijn beleving wel een blijk van waardering had verdiend.
Ik wil ieder bedanken, want als jullie niet van je taak waren gekweten, had ik hier nu niet gezeten…
Helemaal niets.
In het verhaal, geschreven door Leonardo, “de Nacht “, worden ook de dagen daarna beschreven.
Ik weet daar alles van, daar ik 2e tokobaas was.(1e tokobaas was Kpl.Gsknst Arie Juin) Ik had toen aandelen moet kopen van de “Grolsch” brouwerijen.
Hoef ik verder niet over uit te wijden, lijkt me.
De dagen na de brand is het uiteraard puinruimen geblazen, en ondanks de rotzooi heb ik geen onvertogen woord aan boord gehoord. Deze bemanning was in mijn ogen een goede eenheid en de stemming zat, en bleef erin.
Nu, na jaren, ben ik wel van mening toegedaan dat de Koninklijke Marine adequater had mogen reageren naar zijn personeel, en ook naar de achterban. Ze hebben hierin, althans in mijn ogen, absoluut dan ook géén schoonheidsprijs verdiend.
Misschien bekrompen van mij bedacht, maar waren dit ook naweeën van de koude oorlog in die tijd ?
Moest alles dan maar in de doofpot ?
Vraagje aan de lezers…. Is iemand in het bezit van Leonardo’s verhaal ?.... laat het mij dan toekomen, ik ben het kwijt!
Kwmr.bd. A.C. Krijgsman
De webmaster
Helemaal niets.
In het verhaal, geschreven door Leonardo, “de Nacht “, worden ook de dagen daarna beschreven.
Ik weet daar alles van, daar ik 2e tokobaas was.(1e tokobaas was Kplgsknst Arie Juin) Ik had toen aandelen moet kopen van de “Grolsch” brouwerijen.
Hoef ik verder niet over uit te wijden, lijkt me.
De dagen na de brand is het uiteraard puinruimen geblazen, en ondanks de rotzooi heb ik geen onvertogen woord aan boord gehoord. Deze bemanning was in mijn ogen een goede eenheid en de stemming zat, en bleef erin.
Nu, na jaren, ben ik wel van mening toegedaan dat de Koninklijke Marine adequater had mogen reageren naar zijn personeel, en ook naar de achterban. Ze hebben hierin, althans in mijn ogen, absoluut dan ook géén schoonheidsprijs verdiend.
Misschien bekrompen van mij bedacht, maar waren dit ook naweeën van de koude oorlog in die tijd ?
Moest alles dan maar in de doofpot ?
Nooit te laat……….
Misschien een beetje laat, doch wat mij aangaat nooit te laat ……
Langs deze weg wil ik alsnog de gehele bemanning, en in het bijzonder alle maten die nauw betrokken zijn geweest bij het blussen van deze brand en alles wat daaromheen hangt, bedanken en ik realiseer me des te meer dat als jullie niet van je taak waren gekweten, had ik hier nu niet gezeten !
Later heb ik in de wandelgang vernomen dat het inderdaad niet veel langer had moeten duren of er was mooi vuurwerk geweest op de Atlantische Oceaan en was Hr.Ms. Isaac Sweers vroegtijdig ten ziele gegaan.( en ik ook ! oeps…..)
later op deze plaatsing ben ik nogmaals geconfronteerd met een gebeuren dat veel impact in mijn leven heeft gehad.
Op 2 maart 1970 is door een ongeval in de geschutstoren aan boord matroos 1e klas / kann. 1e klas Karst Loonstra overleden.
Karst was voor velen aan boord een bekende en graag gezien in het Cafetaria.
Hij was ook mijn klaverjasmaatje.
Kort voor dat dit ongeval plaats vond, hebben we met de Isaac Sweers tijdens de Stanavforlant een bezoek gebracht aan Kiel. Dit moet zijn geweest in oktober 1969.
Vanuit Bergen ( Noorwegen ) hebben we ( Karst Loonstra, Kwmr. Bosman en Kwmr. Heinen en ik ) een huurauto geregeld die bij aankomst in Kiel klaar stond om het weekend naar huis te kunnen rijden.
Vanuit Kiel naar Den Helder, daar woonden wij ( kwartiermeesters ) en Karst woonde in Drachten Fr., alwaar we hem hebben af gezet en na het weekend weer opgehaald.
Kort daarna was Karst er door een ongeval in Toren 1 ineens niet meer…….., zulke dingen vergeet je niet gauw.
Tijdens deze reis is op een nacht naar ik dacht de USS McCaffery ( kan ook zijn opvolger zijn geweest, want dat ben ik kwijt ) met een noodgang op een eilandje geschoven. We voeren toen met een behoorlijke snelheid door de fjorden van Noorwegen. Raar gezicht als je een schip aan SB hebt varen die ineens stil ligt. Ik stond op de brug en keek er naar..... Ik weet niet hoe dat afgelopen is, want daar heb ik geen herinnering meer aan, maar het zal wel schroot zijn geworden.
In mijn situatie heeft de Koninklijke Marine toen een hele verstandige zet gedaan, alhoewel ik de overtuiging heb dat het geen bewuste zet is geweest, doch Arie werd op 23 maart 1970 overgeplaatst naar het AOK Texel, daar kon ik even afblazen, want deze plaatsing was voor mij een bio-vakantieoord.
Ik heb nog nooit zoveel konijn, fazant alsmede geep en paling gegeten als hier.
Er zijn daar geen nare gebeurtenis voorgevallen, behalve dat in Alkmaar mijn accu-kist in de machinekamer uit elkaar is geknald en gelukkig mijn machinist er alleen maar met de schrik en een beetje groggy is uitgekomen, zodat ik op deze plaatsing al het gebeurde van de Isaac Sweers een plaatsje kon geven.
Vergeten? Nee, dit kan je niet vergeten, sterker nog ik vindt dat je dit nooit mag vergeten, doch als je het een plaatsje hebt weten te geven, blijven er ook hele fijne herinneringen achter, en die koester ik.
F 814 “DE WITTE OLIFANT “ ……PUIK SCHIP, GOEDE BEMANNING EN IN MIJN 13 MARINE JAREN EEN VAN MIJN FIJNSTE PLAATSINGEN GEWEEST.
Arie Krijgsman
In het verhaal, geschreven door Leonardo, “de Nacht “, worden ook de dagen daarna beschreven.
Ik weet daar alles van, daar ik 2e tokobaas was.(1e tokobaas was Kplgsknst Arie Juin) Ik had toen aandelen moet kopen van de “Grolsch” brouwerijen.
Hoef ik verder niet over uit te wijden, lijkt me.
De dagen na de brand is het uiteraard puinruimen geblazen, en ondanks de rotzooi heb ik geen onvertogen woord aan boord gehoord. Deze bemanning was in mijn ogen een goede eenheid en de stemming zat, en bleef erin.
Nu, na jaren, ben ik wel van mening toegedaan dat de Koninklijke Marine adequater had mogen reageren naar zijn personeel, en ook naar de achterban. Ze hebben hierin, althans in mijn ogen, absoluut dan ook géén schoonheidsprijs verdiend.
Misschien bekrompen van mij bedacht, maar waren dit ook naweeën van de koude oorlog in die tijd ?
Moest alles dan maar in de doofpot ?
Nooit te laat……….
Misschien een beetje laat, doch wat mij aangaat nooit te laat ……
Langs deze weg wil ik alsnog de gehele bemanning, en in het bijzonder alle maten die nauw betrokken zijn geweest bij het blussen van deze brand en alles wat daaromheen hangt, bedanken en ik realiseer me des te meer dat als jullie niet van je taak waren gekweten, had ik hier nu niet gezeten !
Later heb ik in de wandelgang vernomen dat het inderdaad niet veel langer had moeten duren of er was mooi vuurwerk geweest op de Atlantische Oceaan en was Hr.Ms. Isaac Sweers vroegtijdig ten ziele gegaan.( en ik ook ! oeps…..)
later op deze plaatsing ben ik nogmaals geconfronteerd met een gebeuren dat veel impact in mijn leven heeft gehad.
Op 2 maart 1970 is door een ongeval in de geschutstoren aan boord matroos 1e klas / kann. 1e klas Karst Loonstra overleden.
Karst was voor velen aan boord een bekende en graag gezien in het Cafetaria.
Hij was ook mijn klaverjasmaatje.
Kort voor dat dit ongeval plaats vond, hebben we met de Isaac Sweers tijdens de Stanavforlant een bezoek gebracht aan Kiel. Dit moet zijn geweest in oktober 1969.
Vanuit Bergen ( Noorwegen ) hebben we ( Karst Loonstra, Kwmr. Bosman en Kwmr. Heinen en ik ) een huurauto geregeld die bij aankomst in Kiel klaar stond om het weekend naar huis te kunnen rijden.
Vanuit Kiel naar Den Helder, daar woonden wij ( kwartiermeesters ) en Karst woonde in Drachten Fr., alwaar we hem hebben af gezet en na het weekend weer opgehaald.
Kort daarna was Karst er door een ongeval in Toren 1 ineens niet meer…….., zulke dingen vergeet je niet gauw.
Tijdens deze reis is op een nacht naar ik dacht de USS McCaffery ( kan ook zijn opvolger zijn geweest, want dat ben ik kwijt ) met een noodgang op een eilandje geschoven. We voeren toen met een behoorlijke snelheid door de fjorden van Noorwegen. Raar gezicht als je een schip aan SB hebt varen die ineens stil ligt. Ik stond op de brug en keek er naar..... Ik weet niet hoe dat afgelopen is, want daar heb ik geen herinnering meer aan, maar het zal wel schroot zijn geworden.
In mijn situatie heeft de Koninklijke Marine toen een hele verstandige zet gedaan, alhoewel ik de overtuiging heb dat het geen bewuste zet is geweest, doch Arie werd op 23 maart 1970 overgeplaatst naar het AOK Texel, daar kon ik even afblazen, want deze plaatsing was voor mij een bio-vakantieoord.
Ik heb nog nooit zoveel konijn, fazant alsmede geep en paling gegeten als hier.
Er zijn daar geen nare gebeurtenis voorgevallen, behalve dat in Alkmaar mijn accu-kist in de machinekamer uit elkaar is geknald en gelukkig mijn machinist er alleen maar met de schrik en een beetje groggy is uitgekomen, zodat ik op deze plaatsing al het gebeurde van de Isaac Sweers een plaatsje kon geven.
Vergeten? Nee, dit kan je niet vergeten, sterker nog ik vindt dat je dit nooit mag vergeten, doch als je het een plaatsje hebt weten te geven, blijven er ook hele fijne herinneringen achter, en die koester ik.
F 814 “DE WITTE OLIFANT “ ……PUIK SCHIP, GOEDE BEMANNING EN IN MIJN 13 MARINE JAREN EEN VAN MIJN FIJNSTE PLAATSINGEN GEWEEST.
Arie Krijgsman
Click here to edit.