Hallo Arie, ( webmaster )
Ik heb wat minder positieve ervaringen met de fregatten. Na de LTS timmeren, wilde mijn vader dat ik net als hij, mijn broer en meer familieleden, naar de NDSM ging. Daar heb ik in het verlengde van mijn LTS opleiding nog twee jaar de bedrijfsschool gevolgd voor het Bemeteldiploma, in mijn geval voor scheepsbeschieter. Ik heb daar een prima opleiding gehad, dat zeker, en met houtsoorten gewerkt waar weinigen van gehoord zullen hebben. Een meubelmakersopleiding oude stijl en rekening houdende met zeeg en dek rondte. Hierna volgde nog een stageperiode van een jaar over het hele bedrijf daar waar het om hout ging. De beide timmerwinkels, houtloods, beide machinale werkplaatsen, aan boord voor reparatie en nieuwbouw e.d. Ik wilde uiteindelijk aan boord van de nieuwbouw komen, ik was jong en vond dat wel stoer. Dit lukte en na het botel voor de Hoogovens werd dit daarna de van Speijk. Alle enthousiasme was snel weg, als sneeuw voor de zon. Op de koopvaarders was het zo dat je je moest bewijzen en in de regel onderin het schip begon, van buikdenning tot stuurhuis, waarna je je door gebleken geschiktheid en vakkennis in jaren letterlijk omhoog werkte.
Ik heb wat minder positieve ervaringen met de fregatten. Na de LTS timmeren, wilde mijn vader dat ik net als hij, mijn broer en meer familieleden, naar de NDSM ging. Daar heb ik in het verlengde van mijn LTS opleiding nog twee jaar de bedrijfsschool gevolgd voor het Bemeteldiploma, in mijn geval voor scheepsbeschieter. Ik heb daar een prima opleiding gehad, dat zeker, en met houtsoorten gewerkt waar weinigen van gehoord zullen hebben. Een meubelmakersopleiding oude stijl en rekening houdende met zeeg en dek rondte. Hierna volgde nog een stageperiode van een jaar over het hele bedrijf daar waar het om hout ging. De beide timmerwinkels, houtloods, beide machinale werkplaatsen, aan boord voor reparatie en nieuwbouw e.d. Ik wilde uiteindelijk aan boord van de nieuwbouw komen, ik was jong en vond dat wel stoer. Dit lukte en na het botel voor de Hoogovens werd dit daarna de van Speijk. Alle enthousiasme was snel weg, als sneeuw voor de zon. Op de koopvaarders was het zo dat je je moest bewijzen en in de regel onderin het schip begon, van buikdenning tot stuurhuis, waarna je je door gebleken geschiktheid en vakkennis in jaren letterlijk omhoog werkte.
De oudere werknemers en favorieten van de baas (want dat speelde ook mee) zaten dus bovenin. Het mooie werk zoals officiershutten, kaartenkamer e.d. want hoe hoger in het schip hoe luxer de afwerking. Nou, zover ben ik niet gekomen. Op de van Speijk was geen splinter hout te vinden. Ik stond dagenlang plaatjes te knippen en te bevestigen om allerlei doorvoeringen in wanden. Om elke buis die door een wand ging werden twee halve plaatjes met popnagels bevestigd.Knippen, boren en poppen enz. enz. Daarna ging ik naar het munitieruim. Wekenlang was ik daar bezig met het stapelen van gegalvaniseerde kratten waarin 4(?) granaten konden worden geschoven. De kratten werden gestapeld, laag voor laag en met hele kleine boutjes en moertjes van voor en achter aan elkaar bevestigd waarbij de moertjes aan de onderkant moesten komen. Dan met een klein steeksleuteltje alles aandraaien. Talloze malen vielen er boutjes en moertjes op de grond en niet zelden gevolgd door de sleutel. Ik had op het laatste geen gevoel meer in de vingers, versleten knieën en een boutjes complex. Mijn idee was om de gevallen boutjes en moertjes aan het einde van de dag te verzamelen voor de volgende werkdag.
Maar dat bleek een misvatting. Er kwam met regelmaat een opzichter van de marine, met veiligheidshelm en zaklantaarn, die mij op zeker dag opdracht gaf meteen elk boutje en moertje op te rapen. Vervolgens kwam mijn baas, waarschijnlijk op "verzoek" van die opzichter, het nogmaals vertellen. Toen ik dan na weken, vreemde houdingen, ontvelde vinger en rugpijn dacht aardig op weg te zijn met het gesleuteld moest alles weer worden afgebroken. De opzichter wilde dat er tussen de randen van de kratten een strook gele geïmpregneerde stoffering kwam. Waarom het geel was is me nooit duidelijk geworden maar ik was helemaal de weg kwijt. Kon ik weer helemaal opnieuw beginnen. Daarbij kwam dat er aan boord brandvertragende verf gebruikt werd waarvan je helemaal suf werd, je kreeg slaap neigingen (en ik gaf daar ook wel aan toe) en als je dan aan dek kwam liep je als een gedrogeerde zombie in het rond. Omdat ik niet de enige met dit verschijnsel was werden er slangen binnenboord gebracht die een soort overdruk veroorzaakten. Toen ik daarna naar de Tjerk Hiddes moest voor een herhaling van stappen heb ik vriendelijk bedankt en ontslag genomen. De interieurbouw betaalde trouwens ook beter dan de grootmetaal (en deels ook zwart) en ik was in de frisse lucht. Ik neem aan dat de toen gebruikte verf nu hartstikke verboden zou zijn.
Groeten,Ruud.
Groeten,Ruud.
Ruud, een van de oplettende lezers wist me aan te geven dat betreffende verf Festinol moet zijn geweest, daar werd je inderdaad helemaal high van......
Reactie van webmaster,....
Ruud, zo wie zo een mooi vak om als Scheepstimmerman een carrière te maken. Inderdaad lijkt me de bouw van Oorlogsschepen daar met uitstek niet geschikt voor en maak je meer kansen op de koopvaardij schepen, of Jachtenbouw.
Zelf ben ik zoon van een scheepstimmerman. Mijn vader heeft gewerkt bij de Droogdok Maatschappij Soerabaja, voor zover ik weet een dochter van de ADM. Bedankt voor dit inkijkje, geeft een mooi schip een mooi verhaal mee,
Arie
Ruud, zo wie zo een mooi vak om als Scheepstimmerman een carrière te maken. Inderdaad lijkt me de bouw van Oorlogsschepen daar met uitstek niet geschikt voor en maak je meer kansen op de koopvaardij schepen, of Jachtenbouw.
Zelf ben ik zoon van een scheepstimmerman. Mijn vader heeft gewerkt bij de Droogdok Maatschappij Soerabaja, voor zover ik weet een dochter van de ADM. Bedankt voor dit inkijkje, geeft een mooi schip een mooi verhaal mee,
Arie