Het meubilair en de
accomodatie
Het meubilair voor de fregatten „Van Speyk"-klasse is speciaal voor deze schepen in
lichtmetaal uitvoering ontworpen door het bureau scheepsbouw en vervaardigd door
de beide werven van aanbouw. Hierbij is speciaal de beschikbare ruimte van deze
schepen zoveel mogelijk benut.
Het volgende vloeroppervlak was beschikbaar. De cijfers tussen haakjes geven de
overeenkomstige oppervlakken op de jagers van de ,,Friesland"-klasse.
Commandant 35,1 m2 (21,3 m)
16 officieren 146,5 m2 (14 officieren 110,7 m)
30 onderofficieren 131 m2 (31 o. officieren 110,7 m)
204 korp. en mansch. 520 m2 (234 korp. en mansch. 469,5 m)
De vergelijking leert, dat de commandant er zeer op vooruit gegaan is, en de officieren weinig met 9,2 m2/man tegen 7,9 m2/man op de jagers van de ,,Friesland"-klasse. De onderofficieren eveneens weinig met 4,1 m'2/man tegen 3,5 m2/man. De korporaals en manschappen zijn relatief sterker vooruitgegaan met 2,5 m2/man tegen 2,0 m2/man op de jagers van de „Friesland"-klasse.
In de slaapverblijven is zoveel mogelijk zitgelegenheid geschapen. De 6-persoons manschapskooien zijn steeds geschikt voor het beslapen en zijn voorzien van een klein kastje, een leeslicht en een ventilatiemondstuk per man.
Op een meubeltentoonstelling van de Engelse Marine te Portsmouth in oktober 1966 trok deze kooi sterk de aandacht.
Het meubilair voor de fregatten „Van Speyk"-klasse is speciaal voor deze schepen in
lichtmetaal uitvoering ontworpen door het bureau scheepsbouw en vervaardigd door
de beide werven van aanbouw. Hierbij is speciaal de beschikbare ruimte van deze
schepen zoveel mogelijk benut.
Het volgende vloeroppervlak was beschikbaar. De cijfers tussen haakjes geven de
overeenkomstige oppervlakken op de jagers van de ,,Friesland"-klasse.
Commandant 35,1 m2 (21,3 m)
16 officieren 146,5 m2 (14 officieren 110,7 m)
30 onderofficieren 131 m2 (31 o. officieren 110,7 m)
204 korp. en mansch. 520 m2 (234 korp. en mansch. 469,5 m)
De vergelijking leert, dat de commandant er zeer op vooruit gegaan is, en de officieren weinig met 9,2 m2/man tegen 7,9 m2/man op de jagers van de ,,Friesland"-klasse. De onderofficieren eveneens weinig met 4,1 m'2/man tegen 3,5 m2/man. De korporaals en manschappen zijn relatief sterker vooruitgegaan met 2,5 m2/man tegen 2,0 m2/man op de jagers van de „Friesland"-klasse.
In de slaapverblijven is zoveel mogelijk zitgelegenheid geschapen. De 6-persoons manschapskooien zijn steeds geschikt voor het beslapen en zijn voorzien van een klein kastje, een leeslicht en een ventilatiemondstuk per man.
Op een meubeltentoonstelling van de Engelse Marine te Portsmouth in oktober 1966 trok deze kooi sterk de aandacht.
Per
schip zijn ongeveer 650 meubelstukken vervaardigd voor een bedrag van ƒ 450.000 per
schip.
Het meubilair is opgebouwd uit plaat en profiel van een gemiddelde dikte van 1,2 mm aluminiumlegering Al Mg 4 1/4 H. Ten opzichte van de fregatten van de „Leander"-klasse, waar zeer veel hout en staal voor meubilair is toegepast, kon voor dit onderdeel van het schip een gewichtsbesparing van 50 % worden verkregen.
De kajuit, longroom, dagverblijf onderofficieren en het cafetaria zijn beschoten met aluminiumplaat tegen de wanden en het plafond. Overal in de verblijven en gangen is het stalen dek bedekt met Semtex en Semflor vloertegels.
De dekken van de vochtige ruimten, zoals wasplaatsen, zijn bedekt met Tenaxon, een 2-componenten produkt op basis van epoxyharsen, dat zeer goed hecht en sterk is. Door bovengenoemde maatregelen en door de T.L.-verlichting is sterk aan aanzien gewonnen, hoewel de inrichting zeer zakelijk is opgezet (zie de foto's 9 en 10). Voor de tropen zijn op alle buitendekken zonnetenten aanwezig.
De navigatiebrug
Deze zeer belangrijke ruimte is zorgvuldig bestudeerd; eerst als houten model op ware grootte bij het Instituut voor Zintuigfysiologie RVO-TNO en later nogmaals bij de NDSM.
De instrumenten zijn in panelen onder en boven de brugramen gemonteerd. Deze ramen zijn naar voren hellend aangebracht om lichtreflecties te voorkomen. De centrale plaats van de officier van de wacht is in de hartlijn van het schip achter het reilkompas. De kaartentafel is links achter en de radar rechts achter het peilkompas geplaatst. De stoel van de commandant is meer aan SB van de radar (welke draaibaar - De kaartentafel heeft een centrale poot met opbergruimte waardoor aan vloerop-rervlak gewonnen is. In de achterwand zijn enige instrumenten en een boekenkast -'gebouwd; hier is ook de plaats van de seiners. Het geheel is zeer ruim en overzichtelijk.
Kathodische beschermingsinstallatie
~ de scheepshuid bevinden zich 10 stuks — met het huidoppervlak glad verzonken
- anoden van het lood-platina type, geïsoleerd van de stalen huid.
Deze zijn aangesloten op een aantal reactoren (transformatorgelijkrichters), die via een mastercontroller door twee meet-stuurcellen (eveneens in de scheepshuid gemonteerd
- het achterschip en in de midscheeps) worden gestuurd. Voorschip en achterschip
: worden gescheiden geregeld. Het gehele systeem, ontworpen door Lockheed Aircraft
Co USA onder de naam ,,Cathanode"-systeem handhaaft geheel automatisch een polarisatieniveau van 800 - 900 m V t.o.v. een zilver/zilverchloridecel. De stroom-•r.erkte varieert uiteraard met de toestand van de huid en huidverf, en van de samenstelling, temperatuur en snelheid van het langsstromende zeewater.
Het meubilair is opgebouwd uit plaat en profiel van een gemiddelde dikte van 1,2 mm aluminiumlegering Al Mg 4 1/4 H. Ten opzichte van de fregatten van de „Leander"-klasse, waar zeer veel hout en staal voor meubilair is toegepast, kon voor dit onderdeel van het schip een gewichtsbesparing van 50 % worden verkregen.
De kajuit, longroom, dagverblijf onderofficieren en het cafetaria zijn beschoten met aluminiumplaat tegen de wanden en het plafond. Overal in de verblijven en gangen is het stalen dek bedekt met Semtex en Semflor vloertegels.
De dekken van de vochtige ruimten, zoals wasplaatsen, zijn bedekt met Tenaxon, een 2-componenten produkt op basis van epoxyharsen, dat zeer goed hecht en sterk is. Door bovengenoemde maatregelen en door de T.L.-verlichting is sterk aan aanzien gewonnen, hoewel de inrichting zeer zakelijk is opgezet (zie de foto's 9 en 10). Voor de tropen zijn op alle buitendekken zonnetenten aanwezig.
De navigatiebrug
Deze zeer belangrijke ruimte is zorgvuldig bestudeerd; eerst als houten model op ware grootte bij het Instituut voor Zintuigfysiologie RVO-TNO en later nogmaals bij de NDSM.
De instrumenten zijn in panelen onder en boven de brugramen gemonteerd. Deze ramen zijn naar voren hellend aangebracht om lichtreflecties te voorkomen. De centrale plaats van de officier van de wacht is in de hartlijn van het schip achter het reilkompas. De kaartentafel is links achter en de radar rechts achter het peilkompas geplaatst. De stoel van de commandant is meer aan SB van de radar (welke draaibaar - De kaartentafel heeft een centrale poot met opbergruimte waardoor aan vloerop-rervlak gewonnen is. In de achterwand zijn enige instrumenten en een boekenkast -'gebouwd; hier is ook de plaats van de seiners. Het geheel is zeer ruim en overzichtelijk.
Kathodische beschermingsinstallatie
~ de scheepshuid bevinden zich 10 stuks — met het huidoppervlak glad verzonken
- anoden van het lood-platina type, geïsoleerd van de stalen huid.
Deze zijn aangesloten op een aantal reactoren (transformatorgelijkrichters), die via een mastercontroller door twee meet-stuurcellen (eveneens in de scheepshuid gemonteerd
- het achterschip en in de midscheeps) worden gestuurd. Voorschip en achterschip
: worden gescheiden geregeld. Het gehele systeem, ontworpen door Lockheed Aircraft
Co USA onder de naam ,,Cathanode"-systeem handhaaft geheel automatisch een polarisatieniveau van 800 - 900 m V t.o.v. een zilver/zilverchloridecel. De stroom-•r.erkte varieert uiteraard met de toestand van de huid en huidverf, en van de samenstelling, temperatuur en snelheid van het langsstromende zeewater.
De
scheepshuid en aanhangsels, welke geschilderd zijn met koolteer epoxy-verven, worden door de
combinatie van dit kathodisch beschermingssysteem met deze huid-verven afdoende
en langdurig beschermd tegen corrosie.
De in- en uitlaten van de hoofdcondensors worden evenwel nog door zinkanoden beschermd. Hoewel het systeem automatisch is, vereist het toch nog veel aandacht en onderhoud.
Schilderen
Aan de conservering en het schilderen is zeer veel aandacht besteed. Zo is al het staal-werk twee maal gestraald, één keer voor het afschrijven der platen en profielen en een keer bij het gereedkomen van de secties, waarna de conservering bestaande uit lood-menie en loodijzermenie is opgebracht. De afwerking binnen geschiedde met aflak op basis van alkydhars, voor de vochtige ruimten is chloorrubber verf toegepast. Scheeps-vlakken werden afgewerkt met oliebestendige verven. De brandstoftanks zijn niet behandeld, behalve de Avcat-tank en de zuiveringstank welke met Compact EP, een verf op basis van epoxyharsen behandeld zijn. Buitenboord boven de waterlijn is de romp geschilderd met chloorrubbermenie en vinyl aflak. De loopdekken zijn behandeld met epoxy-verven, waarbij op de looppaden en het vliegdek dikke slijtvaste epoxy-compounds zijn toegepast.
De scheepshuid onder de waterlijn is geschilderd met epoxyharsmenie, koolteer/ epoxy verf en vinyl-antifouling, in een totale laagdikte van ongeveer 500 mu.
Hierdoor is een langdurige conservering verkregen en, naar mag worden verwacht, het onderhoud belangrijk beperkt. Het dokinterval kon hierdoor op 18 maanden worden gebracht.;
Enige data
De in- en uitlaten van de hoofdcondensors worden evenwel nog door zinkanoden beschermd. Hoewel het systeem automatisch is, vereist het toch nog veel aandacht en onderhoud.
Schilderen
Aan de conservering en het schilderen is zeer veel aandacht besteed. Zo is al het staal-werk twee maal gestraald, één keer voor het afschrijven der platen en profielen en een keer bij het gereedkomen van de secties, waarna de conservering bestaande uit lood-menie en loodijzermenie is opgebracht. De afwerking binnen geschiedde met aflak op basis van alkydhars, voor de vochtige ruimten is chloorrubber verf toegepast. Scheeps-vlakken werden afgewerkt met oliebestendige verven. De brandstoftanks zijn niet behandeld, behalve de Avcat-tank en de zuiveringstank welke met Compact EP, een verf op basis van epoxyharsen behandeld zijn. Buitenboord boven de waterlijn is de romp geschilderd met chloorrubbermenie en vinyl aflak. De loopdekken zijn behandeld met epoxy-verven, waarbij op de looppaden en het vliegdek dikke slijtvaste epoxy-compounds zijn toegepast.
De scheepshuid onder de waterlijn is geschilderd met epoxyharsmenie, koolteer/ epoxy verf en vinyl-antifouling, in een totale laagdikte van ongeveer 500 mu.
Hierdoor is een langdurige conservering verkregen en, naar mag worden verwacht, het onderhoud belangrijk beperkt. Het dokinterval kon hierdoor op 18 maanden worden gebracht.;
Enige data
De contractdatum is met één jaar overschreden. Hiervoor zijn verschillende redenen aan te voeren. De voornaamste redenen zijn echter dat het z.g. „gemakkelijk nabou-wen" te optimistisch is beoordeeld en dat de vele veranderingen t.o.v. de oorspronkelijke „ Leander"-klasse fregatten het grootste deel van de Engelse tekeningen minder bruikbaar maakten.
Ter vergelijking kan gesteld
worden dat voor een origineel Nederlands fregat-ontwerp de z.g. voorontwerpfase 9-12 maanden, de ontwerp- en contract-fase
7-9 maanden had geduurd.
De aanbestedingsfase had waarschijnlijk 3-4 maanden gekost.
Voor de werfvoorbereiding tot de kiellegging mag 9-15 maanden gerekend worden. Daarna kan de eigenlijke bouw tot de proeftochten 25-39 maanden duren. Voor de proeftochten en de afwerking tot de indienststelling wordt meestal 4-7 maanden gerekend.
De bereikte bouwtijd van de fregatten „Van Speyk"-klasse met 47 maanden kan zeker vergeleken worden met de voorgaande raming voor een Nederlands ontwerp van 34-54 maanden.
Van een besparing in bouwtijd door het z.g. nabouwen is echter niets terechtgekomen. Alleen op de voorontwerp-, ontwerp- en contractfase is gewonnen door deze terug te brengen van 16 a 21 maanden tot 6 maanden.
Het belangrijkste is echter dat de welhaast onoverkomelijk moeilijke voorstudie-fase omzeild is.
Voor de fregatten „Van-Speyk"-klasse kan men zeggen dat het gehele project voor het eerste schip 6 1/2 jaar geduurd heeft met een uitloop van een jaar voor de volgende schepen.
Voor een eigen Nederlands ontwerp, inclusief voorstudies van ongeveer één jaar, had het gehele project voor het eerste schip 8 jaar geduurd.
De aanbestedingsfase had waarschijnlijk 3-4 maanden gekost.
Voor de werfvoorbereiding tot de kiellegging mag 9-15 maanden gerekend worden. Daarna kan de eigenlijke bouw tot de proeftochten 25-39 maanden duren. Voor de proeftochten en de afwerking tot de indienststelling wordt meestal 4-7 maanden gerekend.
De bereikte bouwtijd van de fregatten „Van Speyk"-klasse met 47 maanden kan zeker vergeleken worden met de voorgaande raming voor een Nederlands ontwerp van 34-54 maanden.
Van een besparing in bouwtijd door het z.g. nabouwen is echter niets terechtgekomen. Alleen op de voorontwerp-, ontwerp- en contractfase is gewonnen door deze terug te brengen van 16 a 21 maanden tot 6 maanden.
Het belangrijkste is echter dat de welhaast onoverkomelijk moeilijke voorstudie-fase omzeild is.
Voor de fregatten „Van-Speyk"-klasse kan men zeggen dat het gehele project voor het eerste schip 6 1/2 jaar geduurd heeft met een uitloop van een jaar voor de volgende schepen.
Voor een eigen Nederlands ontwerp, inclusief voorstudies van ongeveer één jaar, had het gehele project voor het eerste schip 8 jaar geduurd.